Een wirwar van motors en minibusjes staan langs de kant van de weg. Mensen springen achterop de motortaxi. De chauffeurs van de kleurrijke minibusjes roepen de eindbestemming om hun klanten van ver naar binnen te lokken. Het openbaar vervoer in Kenia is een van de meest gebruikte vormen van vervoer en tegelijk een van de meest onveilige plekken voor voor vrouwen, meisjes en LHBTQ-ers. Een deel van de 1,2 miljoen boda boda (motortaxi) chauffeurs en 120 duizend matatu (minibus) chauffeurs maken zich regelmatig schuldig aan discriminatie en geweld jegens deze groep. Toen de non-profit organisatie INEND (Initiative for Equality and Non-Discrimation) in 2015 een eerste bewustwordingscampagne opzette, was de keuze snel gemaakt om deze chauffeurs als eerste te bereiken. Als deze openbaar vervoer chauffeurs ambassadeurs worden, is de sociale impact gigantisch.
INEND ontwikkelde een drie-daagse training die door gedegen onderzoek vooraf naadloos aansloot bij de taxichauffeurs. Ze leren alles over gender, mensenrechten, religie, seksualiteit en wetgeving. Aan het eind van elke training worden de deelnemers gevraagd wat zij concreet zouden willen doen om bewustzijn verder door te geven aan hun omgeving en collega’s. Zo ontstond het idee van een opvallende muurschildering in de wijk. "De deelnemers vonden het niet voldoende om alleen het gesprek binnen de vier muren te houden. Het gesprek moet doorgaan op plekken waar veel verkeer is of waar de chauffeurs samenkomen. Zo ontstond het idee van een muurschildering in een wijk in Mombassa. Een muurschildering blijft altijd spreken,” vertelt Atieno Dayo, belangenbehartiger bij INEND. De zwarte en rode tekst knalt van de witte muur af: ‘Safe space for all – Stop stigma discrimination &stop stigma and discrimination against women, marginalised groups and sexual & gender minorities in society.’ "Het valt erg op. Mensen zien dit en worden aan het denken gezet”, licht Atieno toe waarom een muurschildering zo effectief is.
Wanneer de leiders de training afronden worden ze aangemoedigd twee collega’s aan te dragen ook een training te volgen. En deze twee nemen weer twee chauffeurs mee. Zo zijn er inmiddels ruim 600 chauffeurs getraind. INEND traint daarnaast welwillige chauffeurs om zelf trainingen te kunnen geven. Zij spreken nog beter de taal van hun collega’s. Deze peer-to-peer leermethode is zeer effectief. INEND springt dan alleen nog bij wanneer het gaat over wetgeving, omdat zo’n specifiek onderwerp soms wat extra kennis vraagt.
Erkenning
Sticker in een matutubusje met de tekst: Uneza upendao (verspreid de liefde)
De openbaar vervoer chauffeurs staan niet altijd direct te springen mee te doen met de bewustwordingstraining. Er is veel onbegrip, desinformatie en angst over de seksuele en genderminderheid. Atieno: "Ze denken dat ze voor een gay meeting worden uitgenodigd en dat wij ze gay willen maken. Ze zien niet direct waarom ze iets over dit onderwerp zouden moeten leren. Voor dit soort mensen is het heel belangrijk dat hun leiders de training aanbevelen. Daarmee krijgen wij vertrouwen en respect en staan de chauffeurs meer open een training te volgen. Op dit moment komen chauffeurs zelfs naar ons toe met de vraag om meer trainingen te geven”.
Leden van de LHBTQ gemeenschap en de chauffeurs die als ambassadeurs optreden ontwikkelden samen anti-discriminatiestickers om uit te delen aan matatuchauffeurs om op hun voorruit te plakken. Helemaal passend bij de matatucultuur die veel graffiti, illustraties en leuzen hebben op hun busjes. Atieno: "De groep seksuele en genderminderheden voelen zich erkend en een stuk veiliger in de busjes met de sticker en in het gebied waar anti-discriminatie muurschilderingen zijn.”
Ook online en in hun fysieke uitingen gebruikt INEND veel illustraties. Het jaarverslag bijvoorbeeld. "We vinden dat kunst sterker bijdraagt aan de verhalen die we hebben, het laat daadwerkelijk zien wat we hebben gedaan en doen. Bovendien vertegenwoordigt het goed onze diverse gemeenschap, meer dan alleen in tekst”, legt Atieno uit.
Criminalisatie
Het Keniaanse recht stelt trans zijn niet rechtstreeks strafbaar. In de praktijk worden transgender personen echter nog altijd gecriminaliseerd. Ook door overheidsinstanties, zoals wetshandhavers en politie, die ook stakeholders zijn van INEND. Melody Njuki, communicatiemedewerker bij INEND vertelt: "Niet lang geleden was er een transvrouw aangevallen door haar gemeenschap. Ze brachten haar naar het politiebureau, omdat ze werd beschuldigd een crimineel te zijn. Zelfs daar stopte de politie niet het geweld. Dit gebeurt regelmatig. De gemeenschap begrijpt transpersonen niet, voelt zich oncomfortabel bij wat ze niet kent en het loopt dan uit de hand.”
Is er dan wel enige vooruitgang voor de LHBTQ gemeenschap? "Vijf jaar geleden was het nog ondenkbaar dat er op sociale media gesprekken werden gevoerd over gelijke rechten voor de LHBTQ-gemeenschap. Dat dit nu wel kan en zelfs mondjesmaat op straat, is al een enorme vooruitgang.” Toch is Atieno twijfelachtig over hoe het er nu voor staat: "Ik kan mijn vrienden en familie vertellen dat ik queer ben en dat accepteren ze. Maar we hebben nog ontzettend veel werk te doen als land.”
Deze serie artikelen laten werk zien van lokale partners van het Our Voices, Our Futures (OVOF) consortium, een feministisch partnerschap geleid door CREA, samen met Association for Progressive Communications (APC), UHAI – The East African Sexual Health and Rights Initiative en WO=MEN en IM-Defensoras als strategische partners. OVOF zet zich in voor structureel buitengesloten vrouwen en trans personen en het versterken van inclusieve feministische bewegingen. Eén van de strategieën hiervoor is het werken met kunstenaars en gebruik maken van kunst om structurele veranderingen teweeg te brengen in gemeenschappen.