10-03-2022
De leden van WO=MEN Dutch Gender Platform, waaronder organisaties van vluchtelingenvrouwen, maken zich grote zorgen over het gebrek aan veilige opvang van vrouwen en meisjes. Door grote wisselingen van personeel en financiën, evenals gebrek aan duidelijke richtlijnen bij uitvoeringsorganisaties, is onder COA-personeel onvoldoende (borging van) aandacht voor noch de kennis en vaardigheden om vrouwen en meisjes veiligheid te bieden in de asielopvang. In plaats van vooral inzetten op de-escalatie van geweldsincidenten, is veel meer focus nodig op de preventie van geweld in de AZC’s. Dit schreven de leden en organisaties in een brief gisteren aan de Commissie Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer.
Veel vrouwen en meisjes in het Nederlandse asielstelsel, blijken te maken te hebben met een complexe stapeling van problemen en voelen zich in grote mate onveilig, zowel in onderdelen van de asielprocedure als in de locaties. De achtergronden en sociale bagage van vrouwen en meisjes is uiteenlopend. Een groeiend deel van de vrouwen en meisjes, evenals mannen en jongens heeft (in)directe ervaring met (conflict gerelateerd) seksueel- en gender gerelateerd geweld en/of mensenhandel. Zij kampen met psychische problemen en trauma’s waarvoor zij niet tot nauwelijks worden behandeld en/of waarvoor geen oog is tijdens de asielprocedure en/of de opvang. Zo is in de noodopvanglocaties voor Afghaanse asielzoekers vrijwel geen psychosociale hulp aanwezig. In de reguliere opvanglocaties wordt deze vaak pas geboden (weken) na de eerste gehoren, terwijl vrouwen juist dan op hun kwetsbaarst zijn (keer op keer in details moeten vertellen over je vlucht en eventuele samenhangende traumatische gebeurtenissen).
Veel vrouwen en meisjes kampen bovendien met een grote mate van afhankelijkheid van mannelijke familieleden en COA-medewerkers, binnen het voor hen onbekende terrein van het Nederlands asielstelsel. Vrouwen wiens echtgenoten zijn vermoord of verdwenen, die vanwege hun ondergeschikte positie binnen hun huwelijkse status geen toegang hebben tot geboortecertificaten of huwelijksaktes, die niet mogen reizen zonder begeleiding, etc. ervaren aanzienlijke obstakels in het kader van huisvesting en/of gezinshereniging.
In de COA-locaties ontbreekt het aan centrale richtlijnen en aansturing, evenals training van personeel om hiermee om te gaan. Er is daarnaast weinig oog voor veilige ruimte voor samenzijn en individuele heling. Gezinnen worden beleidswege regelmatig verplaatst, waardoor ook contactpersonen en vertrouwenspersonen elkaar in hoog tempo afwisselen. Bij melding van (dreiging van) geweld of gevoelens van onveiligheid en medische problemen mist coördinatie tussen locaties. Dit alles treft niet alleen de vrouwen, maar ook de kinderen waarvoor zij vaak zorgdragen.
In de brief vragen de organisaties aan de Staatssecretaris te investeren in middelen en menskracht en duidelijke indicatoren vast te stellen voor succes. Zo zouden er centrale minimumnormen vast gesteld moeten worden voor de sociale veiligheid van AZC-bewoners, die gelden voor iedere locatie, en die tegemoetkomen aan de veiligheidsbehoeften van vrouwen en meisjes. Hiervoor is een actieplan, met uitvoer op managementniveau nodig.
Lees de aanbevelingen
hier.