21-12-2021
De allerlaatste FEM talk van 2021 vormde een bijzondere editie over trends rondom feministisch buitenlandbeleid en goede voorbeelden van nationaal beleid uit IJsland waar Nederland nog wat van kan leren.
Verschillende landen hebben al een feministisch buitenlandbeleid, zoals Zweden, Canada, Frankrijk, Spanje en Mexico. Begin 2021 kondigde ook Luxemburg aan een feministisch buitenlandbeleid te willen voeren. Ook de nieuwe Duitse regering heeft deze ambitie. Wanneer waagt Nederland de sprong? Wat is feministisch buitenlandbeleid eigenlijk? Wat zijn sowieso goede voorbeelden van feministisch beleid en de praktijk uit andere landen?
Een mooie diverse mix van leden van de Nederlandse Vrouwen Raad en WO=MEN Dutch Gender Platform kwam over deze vragen bijeen om te luisteren én in discussie te gaan met een drietal experts:
- Saskia Ivens, consultant Gendergelijkheid, Vrouwenrechten, Diversiteit & Inclusie;
- Karen Burbach, hoofd van de Taskforce Vrouwenrechten & Gendergelijkheid bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ);
- Ásta Berglind Willemsdóttir Verheul, promovenda aan Tilburg Law School.
Voormalig PvdA Kamerlid Kirsten van den Hul leidde de sessie kundig in banen.
Principes van een feministisch buitenlandbeleid
Volgens Saskia Ivens is er niet één definitie van feministisch buitenlandbeleid. Wel zijn er een aantal principes die alle landen met een feministisch buitenlandbeleid hanteren. Het uitgangspunt – naast inzet op gendergelijkheid natuurlijk - is om oog te hebben voor mensenrechten, structurele ongelijkheden en hoe deze ongelijkheden op een transformatieve manier te bestrijden. Ofwel, hoe de sociale normen die structurele ongelijkheden in stand houden daadwerkelijk worden aangepakt. Een ander kernprincipe is intersectionaliteit: "Het is de realisatie dat je niet alleen op basis van je genderidentiteit wel of niet gediscrimineerd wordt, of bepaalde privileges wel of niet hebt. Het is de combinatie van identiteiten die we allemaal hebben.”
Een belangrijke conclusie van Saskia’s inleiding is dat de landen die een feministisch buitenlandbeleid hanteren een groot verschil zien in hoe gender in al het beleid gemainstreamed is. Zelfs op beleidsterreinen waar mensen eerder van zeiden dat er geen sprake was van een genderelement.
De Nederlandse internationale inzet op gendergelijkheid
Karen Burbach ging in op wat Nederland in haar internationale beleid nu al doet op het gebied van gendergelijkheid. Social Development Goal (SDG) 5 – gendergelijkheid en de empowerment van alle vrouwen en meisjes - is een dwarsdoorsnijdend doel in het Nederlandse Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid (BHOS). Hierin richt Nederland zich onder andere op het versterken van vrouwenorganisaties en vrouwelijke leiders in het mondiale Zuiden. Daarnaast stuurt Nederland samen met gelijkgestemde landen op de implementatie van internationale afspraken over gendergelijkheid en vrouwenrechten, zoals het VN Vrouwenverdrag (CEDAW) en de Istanbul Conventie. Verdere gender mainstreaming in het Nederlandse buitenland- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid blijft de aandacht houden.
In maart 2021 heeft de Senaat gevraagd wat een feministisch buitenlandbeleid kan betekenen voor Nederland. Wanneer de resultaten van deze verkenning openbaar zijn, is het aan het nieuwe kabinet om hier een beslissing over te nemen. Nederland is al een internationale koploper op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), de aanpak van gender-gerelateerd geweld en de bestrijding van schadelijke gendernormen en praktijken. Ook zet Nederland stappen om beter een genderperspectief te integreren in het IMVO-beleid, evenals het Nederlandse internationale klimaatbeleid. Maar voor een echt Nederlands feministisch buitenlandbeleid is druk vanuit het maatschappelijk middenveld hard nodig. Ook is het van belang om mannen aan boord te krijgen en het debat met elkaar aan te gaan over de weerstand die ook in Nederland bestaat tegen een begrip als feminisme.
Gendergelijkheid als uitgangspunt in IJsland
Een land waar feministische principes en gendergelijkheid het uitgangspunt voor nationaal beleid vormen is IJsland. Ásta Berglind Willemsdóttir Verheul legde uit dat in IJsland dit is vastgelegd in de Act of Equal Access and Equal Rights of Women and Men. Gendergelijkheid moet een standaard onderdeel van beleid zijn dat vrouwen, mannen en gender non-conforme personen (mogelijk) op verschillende manieren raakt. Gender mainstreaming, gender-responsief budgetteren en gender quota zijn vaste elementen zowel in nationaal beleid, als in de samenleving als geheel. Elk van deze middelen zijn verder geïnstitutionaliseerd via specifieke overheidsdepartementen die ook toezicht op de uitvoering houden. De politieke eindverantwoordelijkheid op gendergelijkheid in IJsland is belegd bij de premier. Ook zijn de overheid en werkgevers in de publieke én private sector verplicht om een gender actieplan te hebben, dat om de drie jaar moet worden herzien.
Een wet voor loontransparantie
In 2018 voerde IJsland als eerste ter wereld de wettelijke verplichting in van gelijk loon voor mannen en vrouwen. Elk bedrijf met meer dan 25 werknemers moet kunnen bewijzen dat mannen en vrouwen in soortgelijke functies hetzelfde maandbedrag ontvangen. Indien werkgevers niet aan een verplichte certificering voldoen krijgen ze een dagelijkse boete. De methode die hiervoor wordt gebruikt is ontwikkeld door de IJslandse vakbonden, werkgevers en overheid. Het initiatief voor betere loontransparantie kwam vanuit het IJslandse maatschappelijk middenveld en burgerinitiatieven.
IJsland voert geen feministisch buitenlandbeleid, maar volgens Ásta is het goed mogelijk dat ook IJsland binnenkort deze stap wel neemt. Recent zijn er verkiezingen geweest, dus ook in IJsland hangt het van het volgende kabinet af. En hoewel IJsland vaak als een Walhalla voor gendergelijkheid wordt gezien, is ook in IJsland de volledige gendergelijkheid nog niet bereikt. Ásta concludeerde terecht dat gendergelijkheid iets is waar landen permanent aan moeten blijven werken, het is nooit af.
Tijd voor actie
Genoeg interessante stof om over na te denken en nog belangrijker, om met elkaar actie op te ondernemen in 2022 richting de landelijke politiek en het nieuwe kabinet. Een voorbeeld waar iedereen in de sessie enthousiast over was, is de IJslandse nationale walk-out tegen de loonkloof: elk jaar op 24 oktober leggen vrouwen in IJsland al sinds 1975 het werk neer en gaan de straat op om te protesteren tegen ongelijke beloning. Een idee voor Equal Pay Day 2022?
Meer weten over de verkenning naar de vraag wat een feministisch buitenlandbeleid kan betekenen voor Nederland? WO=MEN Dutch Gender Platform organiseerde samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de zomer van 2021 een consultatiesessie met maatschappelijke organisaties. De adviezen die daaruit voort zijn gekomen zijn hier terug te lezen: https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1631267189.pdf
De serie FEM Talks is een onderdeel van
Ditwerktwel.nl, een samenwerkingsverband tussen 5 maatschappelijke organisaties die elkaar in inhoud en expertise versterken: WOMEN Inc, Bureau Clara Wichmann, Movisie, WO=MEN Dutch Gender Platform en de Nederlandse Vrouwen Raad.
Dit verslag werd eerst gepubliceerd op de website van de Nederlandse Vrouwenraad. Bekijk het
hier.