Het Nederlandse Feministisch Buitenlandbeleid (FBB) begint gestaag vorm te krijgen. Vorige week informeerde het kabinet de Tweede en Eerste Kamer over wat de eerste zienswijze op het FBB is, evenals de vervolgstappen voor de ontwikkeling van het beleid. WO=MEN Dutch Gender Platform is verheugd dat Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet en daarmee het gelijkheidsbeginsel een fundament van het toekomstige FBB vormt. We roepen de regering op de lat nog hoger te leggen door met een ambitieuzere kabinetsbrede visie te komen.
In de voortgangsbrief onderstrepen ministers Hoekstra van Buitenlandse Zaken (BZ) en Schreinemacher voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) dat het kabinet voor een Feministisch Buitenlandbeleid (FBB) heeft gekozen vanuit het Grondwettelijke Artikel 1 (het gelijkheidsbeginsel) en Artikel 90 (bevordering internationale rechtsorde). Het kabinet stelt zeer terecht dat er nog altijd sprake is van structurele genderongelijkheid. Dat geldt vaak in nog sterkere mate voor minderheden, zoals LHBTIQ+ personen. Wij juichen dan ook opnieuw toe dat het kabinet kiest voor een beleid dat deze structurele ongelijkheid benoemt en adresseert.
Eerder kondigde Nederland al aan dat het Feministisch Buitenlandbeleid gestoeld gaat zijn op vier R-en: Rights (bescherm vrouwenrechten), Resources (fondsen moeten ook ten goede komen aan vrouwen), Representation (vrouwen moeten betrokken worden bij beleidsvorming en -uitvoering) en Reality Check (zijn er geen onverhoopte negatieve gevolgen voor vrouwen). Daar komt nu een aantal belangrijke toezeggingen bij op wat Nederland meer gaat doen, o.a.:
= De grondoorzaken van ongelijke machtsstructuren zullen worden onderzocht en meegenomen in beleidsafwegingen en besluitvorming. Mannen en jongens worden actief betrokken bij het veranderen van negatieve gendernormen.
= Er wordt een genderlens verankerd in de gehele beleidscyclus (verdere gendermainstreaming). Genderanalyses moeten daarmee een standaard onderdeel van strategie- en beleidsvorming worden.
= Genderbudgeting wordt het uitgangspunt bij financieringsbeslissingen. Dit betekent dat genderanalyses ook deel moeten uitmaken van besluitvorming rond potentiële programma- en subsidie-uitgaven.
Beide ministers geven aan dat het Nederlandse FBB verder wordt uitgewerkt in een handboek. Dit biedt belangrijke kansen. WO=MEN roept het kabinet op om onder meer door te pakken op:
= Ontwikkel een kabinetsbrede visie over hoe Nederland zich wil verhouden tot de wereld. Onderdeel hiervan is dat het kabinet zich verdiept in de onderdelen van het brede buitenlandbeleid die nu schuren met feministische principes en daarover uitspreekt. Zoals Nederlandse internationale handelsbeleid, (de)kolonialisme, kapitalisme en militarisme.
= Versterk de samenwerking en verbeter de coördinatie met alle relevante ministeries op hun onderdelen van het buitenlandbeleid, waaronder Economisch Zaken & Klimaat (EKZ), Landbouw, Defensie, Emancipatie (OCW), Financiën en Justitie & Veiligheid (J&V).
= Zorg ervoor dat de genoemde genderlens daadwerkelijk intersectioneel is. Naast gender moet rekening gehouden worden met de geleefde realiteit van degenen op wie beleid impact heeft. Factoren als leeftijd, etniciteit, seksuele oriëntatie, verstandelijke of lichamelijke beperking, religie en sociaaleconomische klasse, maken het verschil in (de toegang tot) de rechten en kansen van mensen.
= Verbeter de inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling. Momenteel voert Nederland beleid, o.a. op het gebied van de delving van grondstoffen, dat actief de positie en rechten van vrouwen, meisjes en gender non-conforme personen schaadt. Pas de principes van het FBB concreet toe in beleid dat op dit moment wordt ontwikkeld, zoals de Afrikastrategie en de grondstoffenstrategie.
= Maak duidelijk dat feminisme goed is voor iedereen. Het gaat om het besef dat iedereen binnen samenlevingen te maken krijgt met sociale normen en waarden die grotendeels ontwikkelings- en participatiemogelijkheden bepalen, waardoor structurele ongelijkheden ontstaan en in stand worden gehouden. Feministisch buitenlandbeleid moet gericht zijn op het doorbreken van deze ongelijke (macht)verhoudingen en het bewerkstellingen van systeemverandering. Dat gaat dus veel verder dan de genoemde focus op het versterken van de helft van de wereldbevolking binnen de bestaande systemen die juist structurele ongelijkheden in de hand hebben gewerkt.
De komende periode zullen aanvullende consultaties plaatsvinden. Samen met onze leden en partners dragen wij graag bij aan deze volgende stap. Deze consultaties - conform de geleerde lessen uit een recente internetenquête over het Nederlandse FBB – horen zo inclusief mogelijk te worden ingericht. Betekenisvolle deelname van (lokale) gendergelijkheids- en vrouwenrechtenorganisaties, jongeren en feministische netwerken is cruciaal, wil het nieuwe beleid echt kans van slagen hebben. WO=MEN heeft hier een aantal aanbevelingen voor ontwikkeld.
WO=MEN kijkt er naar uit om samen met leden, partners en het kabinet het eerste Nederlands Feministisch Buitenlandbeleid een succes te maken, ontwikkeld voor én bovenal met diegenen die strijden voor een rechtvaardige en gelijkwaardige wereld.
Meer weten?
Lees hier de input van onze werkgroepen op een recente internetenquête over het FBB georganiseerd door het ministerie van BZ (in het Engels).
Suggesties van leden en partners voor het Nederlands FBB: