04-07-2022
Recent presenteerde het kabinet haar nieuwe beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Daarin stelt het kabinet voortrekker te willen blijven op wereldwijde gendergelijkheid en vrouwenrechten. WO=MEN en onze leden zijn daarmee verheugd. Tegelijk missen we een consistente doorvoer van de bescherming van vrouwenrechten, representatie en financiering van vrouwen en meisjes, en een check op mogelijke negatieve effecten van beleid. We roepen het kabinet dan ook op tot meer ambitie.
De R van Reality Check: feministisch realisme voor de Nieuwe Beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Introductie
In de nieuwe BHOS-beleidsnota kiest het kabinet voor Doen Waar Nederland Goed In Is. Terecht blijft Nederland voortrekker op wereldwijde gendergelijkheid en vrouwenrechten. WO=MEN Dutch Gender Platform is verheugd dat dit opnieuw een integraal onderdeel is van het BHOS-beleid.
Een aantal herkenbare prioriteiten, waarop Nederland de afgelopen jaren expertise en ervaring opbouwde, komen terug in de beleidsnota. Zoals de investering in seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Maar ook de Nederlandse investering in vrouwelijk en lokaal leiderschap, de steun aan vrouwelijke ondernemers en de online- en offlinebescherming van vrouwelijke mensenrechtenverdedigers. Het doet ons goed deze onderwerpen geprioriteerd te zien.
Een en ander lijkt te worden ingekaderd door een Feministisch Buitenland Beleid, zoals ook eerder
aangekondigd in mei jl. Net als in Zweden, kiest het Nederlandse kabinet ervoor het BHOS-beleid te richten op vier R-en: Rights (bescherm vrouwenrechten), Resources (fondsen moeten ook ten goede komen aan vrouwen), Representation (vrouwen moeten betrokken worden bij beleidsvorming en -uitvoering) en Reality Check (zijn er geen onverhoopte negatieve gevolgen voor vrouwen).
Met deze vier R-en biedt het kabinet zichzelf prima handvatten voor coherente inzet op gendergelijkheid en vrouwenrechten in alle BHOS-beleid. Maar de realiteit is dat deze handvatten nog niet structureel worden doorgevoerd. En daarop roepen wij het kabinet de ambitie te verhogen en de kansen die voorliggen met beide handen te grijpen.
De R van Reality Check
Kijkend naar de BHOS-nota vanuit een realistisch feministische blik, valt een aantal zaken op:
= Een feministisch BHOS-beleid vraagt om een mensenrechtenbenadering en coherentie
Het kabinet kiest voor een feministisch buitenlandbeleid ‘omdat vrouwen en LHBTIQ+- personen dezelfde rechten hebben als mannen, en gelijke kansen horen te krijgen’. En terecht: een dergelijke mensenrechtenbenadering is de kern van een gedegen feministisch BHOS-beleid.
In onderdelen van het beleid gaat het kabinet daarmee van start. Zo wordt ingezet op civiele ruimte van maatschappelijke organisaties en de bescherming van vrouwelijke mensenrechtenverdedigers. Maar continuïteit ontbreekt. Het kabinet zet bijvoorbeeld wel in op conflictpreventie en duurzame vrede. Maar sluit daarbij niet aan op
al bestaande (financiële) afspraken over de empowerment en rechten van vrouwen en meisjes in deze processen. Een referentie naar het vierde Nationaal Actieplan over Vrouwen, Vrede en Veiligheid (NAP 1325-IV) waarin het kabinet met maatschappelijke partners werkt aan inclusieve vrede en veiligheid, mist volledig.
Ook krijgt de mensenrechtenbenadering geen vorm in het handels- en investeringsbeleid. Zo zou een gender responsive due dilligence verplichting voor bedrijven logisch zijn. Met
gender responsive due dilligence wordt bij elke stap van de zorgvuldigheidsplicht voor bedrijven rekening gehouden met de mogelijke verschillende gevolgen van bedrijfsactiviteiten voor vrouwen en mannen. In de IMVO-wetgeving, in de huidige criteria voor bedrijven die aanspraak willen maken op het
private sector instrumentarium en die willen deelnemen aan handelsmissies. Vrouwen worden nu vooral benoemd als meerwaarde voor het Nederlandse verdienvermogen.
De realiteit is dat gendergelijkheid en vrouwenrechten alsnog van de agenda vallen, als dit louter wordt gezien als positieve bijvangst, of instrument om andere doelen te behalen. Dat zagen we toen de COVID-19 crisis uitbrak. En bij politieke coups zoals in Soedan en Myanmar, waar juist vrouwen en jongeren de straat op gingen voor verandering en vervolgens buitenspel zijn gezet. In plaats van kernonderdeel van beleid, werd gendergelijkheid een bijzaak: ‘nu even niet’.
Toon ambitie en voer de vier R-en consequent door in alle BHOS-beleid en -uitvoering: sluit aan op bestaande (financiële) afspraken, zoals het NAP 1325-IV. Zet in op een gender responsive due diligence verplichting voor bedrijven. Wees een donor met durf t.a.v. o.a. seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Voer te allen tijde een coherente mensenrechtenbenadering en vermijd het instrumentaliseren van vrouwenrechten.
= Steunen van vrouwelijk leiders in fragiele- en crisis contexten vergt lef en leiderschap
Nederland zet in op lokaal en vrouwelijk leiderschap in fragiele en politiek instabiele contexten. Dat is bewonderenswaardig, want het vergt lef en leiderschap. Lokale vrouwelijke en jongeren (specifiek meisjes) leiders en mensenrechtenverdedigers strijden in al hun diversiteit voor gelijke verdeling van de macht, voor het recht op individuele zelfbeschikking, voor een plek aan de onderhandelingstafel, voor landrechten, voor toegang tot noodhulp. Zij tornen aan oude machtsstructuren en tradities. Zij werken in grillige contexten en hebben continue te maken met weerstand. Dat is wat het kabinet steunt. En terecht: het draagt op de lange termijn bij aan een rechtvaardiger en vreedzamere wereld.
In schril contrast met dit lef en leiderschap staat de neiging tot toenemende risicobeheersing. De ontwikkelingssamenwerkingssector is een van de meest gecontroleerde sectoren van het land. Toch zet het kabinet in op nog uitgebreidere due dilligence en meer toezicht op projectuitvoering, alsook op modulair programmeren. Wat zoveel inhoudt als onderdelen van een programma pauzeren of stoppen als er conflict of crisis uitbreekt. Om het budget in te zetten voor andere doeleinden.
Misstanden in de sector moeten hard aangepakt. Maar de realiteit is dat het werk en eigenaarschap van (lokale) vrouwenrechtenorganisaties de facto onmogelijk wordt door toenemende regeldruk en gebrek aan flexibele core funding. Vrouwelijke en jongeren community leiders en mensenrechtenverdedigers werken al adaptief. Zij kennen als geen ander de context, de gevaren, de kansen. Zij moeten kunnen inspringen op maatschappelijke en politieke ontwikkelingen om hun werk effectief te blijven doen. Het gebrek aan flexibele core funding, waarbij organisaties zelf mogen bepalen hoe financiering in te zetten, het plotseling stopzetten van (delen van de) steun, het niet luisteren naar serieuze risico assessments die zij zelf maken, ondermijnt op alle fronten lokaal eigenaarschap en leiderschap.
Geef echte ruimte aan vrouwelijk en lokaal leiderschap. Durf te investeren op basis van de realiteit van lokale vrouwelijke leiders en mensenrechtenverdedigers in al hun diversiteit. Sta voor risico mitigerende maatregelen op basis van analyses van het lokale en Nederlandse maatschappelijk middenveld zelf. Durf blijvend te investeren in vrouwelijk en lokaal leiderschap in geval van crisis of conflict.
= Inzet op digitalisering vergt in eerste instantie (h)erkenning van de digitale kloof
Het kabinet zet in haar buitenlandse handelsagenda vol in op de digitaliseringstransitie. Dat is een logisch en mooi streven, want het biedt tal van kansen. Zoals maatschappelijke organisaties ook zagen ten tijde van de COVID-19 pandemie. Dankzij online platforms en apps bleven zij in contact met lokale partners, kon cruciale informatie worden gedeeld en diensten worden voortgezet. Ook voor vrouwelijke mensenrechtenverdedigers zijn online platforms vaak hun levensader. Daar toegang toe behouden is cruciaal. Terecht zet het kabinet dan ook in op onlinebescherming van verdedigers.
Tegelijk is de realiteit is dat juist vrouwen en meisjes wereldwijd
onvoldoende toegang hebben tot digitale middelen. Vaker dan mannen en jongens hebben vrouwen en meisjes geen eigen mobiele telefoons, laptops, abonnement, of Internetaansluiting of toegang tot wifi. Vaker dan mannen en jongens zijn vrouwen en meisjes onvoldoende getraind om met digitale middelen om te gaan. Met name geldt dit voor vrouwen en meisjes in rurale gebieden, evenals vrouwen met een audio/visuele beperking. Vol inzetten op digitalisering zonder oog voor deze verschillen tussen vrouwen, meisjes, mannen en jongens in al hun diversiteit kan dus genderongelijkheid vergroten. Daarnaast is cruciaal dat bij de digitaliseringstransitie extra aandacht is voor het recht op privacy, juist van personen in een kwetsbare positie.
Investeer in gelijke toegang tot en kennis over digitale middelen, als randvoorwaarde voor de digitaliseringstransitie.
= Houd oog voor de intersectie tussen gender en factoren als leeftijd, etniciteit, seksuele oriëntatie, verstandelijke of lichamelijke beperking, religie en sociaaleconomische klasse
Met de BHOS-nota spreekt het kabinet de ambitie uit vrouwen en LHBTIQ+- personen dezelfde rechten en kansen te bieden als mannen. De realiteit is dat naast gender, factoren als leeftijd, etniciteit, seksuele oriëntatie, verstandelijke of lichamelijke beperking, religie en sociaaleconomische klasse een substantieel verschil maken in de rechten en kansen van mensen.
Zo worden meisjes die mensenrechten verdedigen in Colombia of Kenya niet door overheden erkend als politieke actoren. Zij worden daarom niet gehoord in VN-verband over mensenrechtenschendingen. Hetzelfde overkomt inheemse vrouwen die strijden voor het behoud van land en natuurlijke hulpbronnen. Of lokale boerinnen die vaak disproportioneel worden geraakt door klimaatverandering en biodiversiteitverlies. Vanwege hun etniciteit of sociaaleconomische klasse worden zij niet gehoord bij relevante beleidstafels. Vrouwen die informeel hun geld verdienen als sekswerker, in de schoonmaak of op de markt werden wereldwijd over het hoofd gezien bij COVID-19 maatregelen. Mensen met een beperking, waaronder relatief veel vrouwen en ouderen, hebben standaard slechtere toegang tot (nood)hulp. Transgender personen kampen met verregaande discriminatie in vluchtelingenkampen.
Houd bij het ontwerp van beleid en beleidsuitvoering te allen tijde oog voor de intersectie van gender en andere factoren die impact hebben op de gelijke rechten en kansen van mensen.
WO=MEN moedigt het kabinet aan en nodigt de minister uit om samen met onze leden en partners bovengenoemde kansen met realistisch feminisme op te pakken.
Verschillende leden schreven ook een eigen reactie op de nieuwe BHOS-beleidsnota:
Lees hier het hele document als
pdf
Over WO=MEN
WO=MEN Dutch Gender Platform is het Nederlandse netwerk van vrouwenrechten-, diaspora- en ontwikkelingsorganisaties, ondernemers, militairen, academici en activisten die zich inzetten voor genderrechtvaardigheid en vrouwenrechten wereldwijd. WO=MEN is het grootste netwerk in Europa op dit gebied. Zie voor meer informatie: www.wo-men.nl.