De links tussen sekswerkers en organisaties die zich inzetten voor gendergelijkheid, vrouwenrechten en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten lijken overduidelijk. Denk aan het recht op zelfbeschikking, economische zelfstandigheid, (vrouwelijke) seksualiteit, het belang van emancipatie en participatie, en bescherming tegen geweld. Toch is het een onderwerp waar veel organisaties in deze sectoren zich (nog) niet veel mee bezighouden, zich niet expliciet over uitlaten, of zich ronduit onzeker over voelen.
Daarom organiseerden WO=MEN,
Share-net Netherlands en
SekswerkExpertise een introductiesessie voor hun leden over het Nederlands sekswerkbeleid. Voor WO=MEN was het een eerste bijeenkomst in een serie kennisdelingssessies over sekswerk die het komende jaar zullen worden georganiseerd met onze leden en partners in
Count Me In! en Our Voices our Futures.
Kinderschoenen
Er wordt altijd gezegd dat sekswerk mogelijk het oudste beroep ter wereld is. Historie ten spijt, worden sekswerkers wereldwijd vaak buitengesloten vanwege wetgeving en stigma. Dit is niet alleen bij zakelijke dienstverlening het geval maar ook in besluitvormingsprocessen. Ze worden niet gehoord en hun rechten worden niet gewaarborgd. Om diverse redenen, waaronder hun zeer beperkte toegang tot bestaande vakbonden, mobiliteit, stigma en repressieve of restrictieve regelgeving, staat de belangenbehartiging van en voor sekswerkers nog maar in de kinderschoenen. Ook in Nederland.
Sekswerkbeleid toen
In Nederland werken sekswerkers al legaal sinds de tijd van Napoleon. Maar seksbedrijven zijn lange tijd gecriminaliseerd geweest, al werden ze wel (formeel) gedoogd. Vanuit de gedachte dat de positie van sekswerkers zou worden versterkt als hun werkplek niet meer gecriminaliseerd was vond er vanaf de jaren 80 een actieve lobby plaats om hier verandering in te brengen. Het was immers lastig om werkomstandigheden te verbeteren voor sekswerkers, wanneer hun werkplek volgens de wet niet mocht bestaan.
Opheffing bordeelverbod
In 2000 werd het bordeelverbod opgeheven en kwam er een vergunningenstelsel voor in de plaats. In de jaren voorafgaand aan deze wetswijziging werd internationaal de nadruk op mensenhandel zo sterk dat het door velen synoniem werd met prostitutie. Er vond een ideologische verandering plaats: niet meer het werk maar de moraal stond centraal. Jan Visser, voormalig pleitbezorgder bij sekswerkorganisatie de Rode Draad, benadrukte hierbij in het panel dat: "bij de beleidsvorming in Nederland we steeds vaker zien dat meningen boven feiten komen te staan. Morele aspecten hebben het gewonnen van de wetenschap.” Dit heeft veel invloed gehad op de inhoud en uitvoering van de wetswijziging in Nederland. Sekswerk werd steeds meer gezien als geweld tegen vrouwen, in plaats van een beroep, zoals de term sekswerk (in de jaren ’70 al
geïntroduceerd door Carol Leigh) probeert te verduidelijken.
Sekswerkbeleid nu
In Nederland is ondertussen een echte wirwar aan sekswerkbeleid ontstaan omdat de meeste zaken op gemeenteniveau worden geregeld. En iedere gemeente geeft hier een eigen draai aan. "Het is eigenlijk niet te doen om het bij te houden,” legde Quirine Lengkeek, voorzitter van SekswerkExpertise, uit in het panel. In stad A mag je wel vanuit huis werken, in stad B niet. In de ene gemeente mag je vanaf je 18e sekswerken, in de andere moet je ineens 21 zijn voor je met sekswerk mag beginnen. Vergunningen worden uitgegeven op gemeenteniveau, al vindt het werk zich niet altijd binnen die gemeentegrenzen plaats. En veel gemeenten geven überhaupt geen vergunning uit, de zogenaamde nuloptie.
Slachtoffers
‘Maar alle slachtoffers dan?’ hoor ik je denken. Natuurlijk keurt niemand misbruik en dwang goed en het is echt niet altijd en overal koek en ei. Er zijn echter al wetten tegen geweld, kidnapping en op slavernij lijkende situaties. Hiervoor zijn geen aparte prostitutiewetten nodig, behalve dan als je prostitutie zelf wilt bestrijden natuurlijk. Zoals Joep Rottier, criminoloog en gepromoveerd op het Nieuw-Zeelands sekswerkmodel, het stelde: "Uitbuiting bestrijd je door rechten te versterken, niet door repressie.”
Rechten en risico’s
En met die rechten van sekswerkers is, ook in Nederland, nog een hoop mis. Dat werd wel duidelijk door de verhalen van de ervaringsdeskundigen in het panel. Sekswerkers en een manager van escortbureau De Stoute Vrouw deelden vanuit hun ervaring en expertise wat de Nederlandse wetgeving en het stigma tegenover de seksindustrie voor effect heeft op hun dagelijkse leven.
Veel banken weigeren betalingsverkeer te faciliteren voor sekswerkers, ook al is het een legaal beroep. Sekswerkers vrezen hun woonruimte kwijt te raken als de verhuurder erachter komt welk werk ze doen. Zelfs al werken ze niet vanuit huis. Sekswerkers ervaren bedreigingen en geweld alleen al vanwege hun werk. Daarbovenop komt extra stigma en risico wanneer iemand bruin of zwart is, een beperking heeft, of LHBTQI is.
Zweeds model
Internationaal zie je nog een aantal andere modellen van sekswerkbeleid. In Zweden is vlak voor de eeuwwisseling een wet ingevoerd die klanten van sekswerkers strafbaar stelt, het zogenaamde ‘end demand’ model. Dit wordt repressief beleid genoemd. Het ultieme doel van dit Zweedse model is het uitbannen van alle vormen van sekswerk. In Nederland is steeds meer steun ontstaan voor het toepassen van dit model. Daardoor bevat de concept-Wet Regulering Sekswerk deze beide tegenstrijdige posities: sekswerk als arbeid erkennen en reguleren aan de ene kant en het zien als geweld dat moet worden tegengegaan aan de andere kant.
Integratief beleid
Aan de andere kant van de wereldbol, in Nieuw-Zeeland, wordt in dezelfde periode een geheel andere keuze gemaakt. Nieuw-Zeeland kiest namelijk voor integratief beleid met het doel sekswerkers normale burgerrechten en arbeidsrechten te geven. Alle bijzondere wetten specifiek gericht op sekswerk zijn komen te vervallen. Sekswerk valt sindsdien volledig binnen algemene arbeidswetten- en processen en al het beleid wordt gemaakt in samenspraak met de vertegenwoordigers van de sekswerkers. Sekswerk is in Nieuw-Zeeland dus gedecriminaliseerd en er is aandacht voor de emancipatie en participatie van sekswerkers. Zelforganisatie van sekswerkers, in dit geval via de New Zealand Prostitutes Collecive (
NZPC), wordt gefinancierd vanuit de overheid. Ook delen van Australië zijn intussen overgestapt op integratief sekswerkbeleid.
Internationale pionier
Alhoewel Nederland zelf vooralsnog een restrictief sekswerkbeleid hanteert, staat zij internationaal bekend als één van de betere bondgenoten van de sekswerkersrechtenbeweging. Organisaties van sekswerkers die opkomen voor hun rechten en lobbyen voor decriminalisering van sekswerk worden gesteund vanuit ontwikkelingsgelden. Tijdens de jaarlijkse VN Vrouwenrechtenvergadering (de Commission on the Status of Women ofwel CSW) heeft Nederland zich al meerdere keren ingezet voor de rechten van sekswerkers, mede door sekswerkers zelf aan het woord te laten (zie
hier de opname uit 2019). Vorig jaar ging de
Mensenrechtentulp – een jaarlijkse prijs van het ministerie van Buitenlandse Zaken - naar een Armeense transgender- en sekswerkersrechtenactiviste voor haar belangrijke werk.
De tegenstelling tussen nationaal en internationaal beleid is dus opvallend, al is deze niet uniek voor dit onderwerp. Tijdens de afgelopen Algemene Vergadering van de VN haalde demissionair premier Rutte nog
de pers door aandacht te vragen voor de ‘schaduwpandemie’ van geweld tegen vrouwen, terwijl er veel kritiek is op het gebrek aan aanpak op dit vlak in Nederland. Nu nog zien of de Nederlandse beleidsmakers en politici ook bereid zijn te leren van het buitenland en van ons eigen buitenlandbeleid.
***
De internationale beleidsdimensie van sekswerk zullen we samen met het internationale sekswerkfonds
Red Umbrella Fund en jongerenorganisatie
CHOICE for Youth & Sexuality bespreken in een volgende kennisdelingssessie over sekswerk op 26 oktober 2021, 14.00 – 16.00 uur.
Meer informatie en aanmelden kan
hier.