'Hallo, mijn naam is Mela Chiponda en ik hoop dat het verhaal dat ik vertel je zal helpen begrijpen waarom wij, de vrouwen, boos zijn over het land. Ik werk als consultant voor verschillende organisaties en deel de kennis die ik mijn hele leven gekregen heb van vrouwen. Ik ben ook een volksonderwijzer, ik onderwijs mensen deze lessen zodat ze het belang van ons werk kunnen zien en onze methodes ondersteunen en ik ben ook universitair docent. Het is belangrijk om de informatie die ik heb samen te voegen met wat er in de boeken staat en studenten te helpen begrijpen dat 'moderne' methodes eigenlijk gewoon geleend zijn van traditionele methodes.
Maar ik denk dat het mooiste van mijn werk, wat ik het meeste koester, is dat ik met vrouwen van verschillende plekken kan werken om samen kennis te creëren. Gebruikmaken van de kennis die we geleerd hebben van onze grootmoeders, onze vrienden, onze buren, onze mede-vrouwen en deze delen met andere vrouwen moet de mooiste fontein van kennis en vrijgevigheid zijn die ik ken en ik ben er trots op daar deel van uit te maken. Die kennis heeft onze kinderen gevoed, onze gemeenschappen versterkt...onze levens gered. Als er later op mijn leven wordt teruggekeken, wil ik dat dit eruit springt.
De vrouwen hebben mijn leven gered.
Onze levens zijn verbonden aan het land. We zijn ervan afhankelijk voor het eten dat we onze kinderen geven en het water dat we drinken en wanneer deze kinderen van ons ziek worden, vertrouwen we op datzelfde land voor geneeskrachtige kruiden. Dit land geeft ons betekenis. Het land verliezen, zou betekenen dat we onze levens verliezen.'
Een klein meisje zou zich nog niet bezig moeten houden met het in twijfel trekken van systemen en hoe dingen werken, maar het lijkt erop dat vanaf het moment dat ik mijn ogen opende en kon zien, ik vragen stelde en deze vragen zijn tot op heden niet beantwoord.
Ik had buiten moeten spelen en met mijn broers door de velden rennen, maar in plaats daarvan ging ik met mijn oma en de andere vrouwen om vier uur 's morgens naar de boerderij en kwam terug om elf uur wanneer het te warm was voor boerderijwerk om huishoudelijke klusjes te doen en te koken voor mijn broers en ooms die de hele tijd niet van hun plaats kwamen. En misschien zou dit nog niet zo erg geweest zijn als mijn broers niet als eerste zouden eten en mijn grootmoeder en de andere vrouwen als laatste.
En misschien zou ook dit nog niet zo erg geweest zijn als ik niet, zelfs als ik buiten het kamp was, nog steeds andere groepen zou bedienen: de witte missionarissen en hun kinderen.
Het belachelijke is dat de missionarissen dit zware boek omhoog zouden houden om ons te 'onderwijzen' over vriendelijkheid en goede buren zijn om zich even later om te draaien en met een vinger van dezelfde hand die net nog de Bijbel vasthield, beschuldigend naar het dichtstbijzijnde zwarte gezicht te wijzen zodra een wit kind alleen maar snoof.
'Lief Afrikaans kind, de tranen van een wit kind zullen onvermijdelijk altijd jouw schuld zijn. Hoe ver je ook weg bent, de vinger zal altijd naar jou wijzen.'
En we dachten dat wanneer de witte mensen hun macht teruggaven aan ons en we dit prachtige ding genaamd onafhankelijkheid zouden verkrijgen, de dingen zouden veranderen.
We zouden onze vrouwen weer gaan respecteren. Ons onze waarden van gelijkheid en nul discriminatie herinneren.
Maar, het werd erger.
Je hebt in het nieuws misschien gehoord dat mijn land, Zimbabwe, een van de grootste diamantvondsten uit de geschiedenis had. En dat zou iets goeds moeten zijn, toch? Het zou onze economie moeten stimuleren en onze gemeenschap wat stabiliteit brengen.
Maar de vrachtwagens kwamen en ze spitten onze bodem om.
En ze spoten pesticiden op onze oogst.
En dumpten chemicaliën in onze rivieren.
Toen kwamen de ziektes.
De ontering van onze heilige boom.
En de moorden.
Toen, kwam de hel.
Ga met mij terug naar mijn punt over vrouwen en land.
Want op de meeste plaatsen, niet alleen waar ik woon, bewerken de vrouwen het land. Ze zorgen er zo zorgvuldig voor, met zoveel toewijding en in ruil daarvoor geeft het land hen leven. Maar dit land waar de vrouwen op werken, zingen, praten, elkaar steunen en veilige ruimtes voor gemeenschappen creëren, dit land is niet van hen.
Want voor de maatschappij is een vrouw hetzelfde als het land dat ze bewerkt, iets dat je kunt bezitten en gebruiken om leven te geven, en niet meer dan dat. Dus ze kan niet bezitten.
Dit land behoort toe aan mannen die niets weten over weerpatronen, of de seizoenen om te planten en te oogsten. Het zou me verbazen als ze wisten hoe je een gat moet graven om zaadjes in te planten. En dat betekent dat als het land vruchten draagt, de opbrengsten eigendom van de man zijn en de vrouw geluk heeft als ze er een kruimeltje van krijgt.
En je zou verwachten dat als de tijd daar is om voor dit land te strijden, dezelfde mannen die kunnen drinken en van deze opbrengsten genieten, op zouden staan om het te verdedigen...
Nee.
In elke oorlog, van de Wereldoorlogen tot schermutselingen binnen gemeenschappen, strijd voor onafhankelijkheid of verkiezingsgeweld, zijn het altijd de lichamen van vrouwen die op het spel staan.
Van extremiteiten zoals verkrachting, ontvoering, gedwongen worden tot seksuele slavernij of kindbruidjes tot wat we zagen toen de overheid de privé-ontwikkelaars binnenhaalde die op de glanzende diamanten aasden.
We wassen ons in de rivier. Daar halen we ook het water vandaan dat we drinken en waar we ons land mee besproeien.
Dus toen we zagen dat ons vee miskramen kreeg en onze vrouwen jeuk aan hun edele delen kregen en later ook onze vrouwen miskramen kregen en gemeenschappen ziek werden van het water dat we al eeuwen drinken, wisten we dat er iets vreselijk fout was.
Dus we gingen hiermee naar onze leiders en zij vertelden ons dat we op moesten passen met wie we naar bed gingen, want het kwam vast door seksueel overdraagbare ziektes en niet door de hoge hoeveelheden Ferro silicium die ze in ons water loosden.
Ze zeiden dat het waarschijnlijk soa's waren, zelfs nadat laboratoriumuitslagen lieten zien dat de giftigheid van ons water geen enkele vorm van leven in stand kon houden.
Het zijn de levens van vrouwen die gevaar lopen wanneer sommige van onze genoegens verdwijnen omdat ook de grond te giftig is geworden. Het land dat dankbaar genoeg was om ons groenten te schenken die we niet eens geplant hadden, gaf ons nu helemaal niets meer. Omdat ze het 'onkruid' noemden en met pesticiden en chemicaliën kwamen en ons eten vermoorden.
En ze reageerden daarop door ons te vertellen dat we de vooruitgang moesten omarmen. Dat we moesten gaan investeren in genetisch gemanipuleerde zaden. Wij, de vrouwen die nooit zaden kochten of verkochten maar die ze met elkaar ruilden zodat we allemaal een rijke oogst hadden.
En denk nu niet dat ze ons alleen oppervlakkige antwoorden gaven op onze verzoeken en dan weer hun eigen gang gingen, nee.
Want regeringen moeten hun macht afdwingen en duidelijk maken dat het irritant is als je hen lastigvalt met jouw kleine zorgen. Dus kwamen ze met geweren, militarisering en securitisatie.
En laten we niet de hoge belasting vergeten die ze ons oplegden en de manier waarop zelfs een kleine plant niet langer kon groeien op het land van een arme.
We hadden zelfs geen toegang meer tot de plekken waar onze leiders zich bevonden.
We weten niet hoe we deze nieuwe methodes moeten gebruiken. En niet omdat we niet slim genoeg zijn om nieuwe dingen te leren, maar omdat we al kunnen zien hoe destructief ze zullen zijn. We kunnen zien dat het uiteindelijke doel niet is dat wij eenvoudigere methodes of betere oogsten hebben (wat helemaal niet nodig was omdat we nooit de kapitalistische ideeën hadden om dingen in belachelijke overvloed te produceren maar om genoeg te hebben om te overleven en nog wat te verhandelen voor een paar andere dingen.)
Het einddoel voor hen is dat wij afhankelijk zijn van hun economische model. Van hen afhankelijk zijn omdat de zaden na één oogst onbruikbaar zijn wat betekent dat we meer zaden van hen moeten kopen tegen waanzinnig hoge prijzen met de aalmoes die we kregen voor deze onnatuurlijke oogst.
Onze manier van landbouw is niet het bevorderen van de groei van een gewas ten koste van anderen. Wij doen niet aan singulariteit. Met de juiste zorg, kan alles welig groeien en heeft iedereen te eten.
Dus wat gebeurt er als we onze voedselsystemen vernietigen? Wat zullen we eten?
Vrouwen in Kenia strijden al langer om op hun eigen manier te kunnen verbouwen, de traditionele manier en niet hoe het hen geleerd is door de kolonisten. En niet om hun eigen voedselgewassen - de bladgroenten en gezonde erwten die ze aan het eind van de dag mee naar huis kunnen nemen en voor hun gezinnen bereiden - te vergeten en zich uitsluitend te richten op koffie en theebladeren. Want zullen we koffie eten? En natuurlijk zijn commerciële gewassen geweldig, maar om onze eigen dagelijkse routine, ons dagelijkse voedsel te verzaken en onze gewassen en onze manieren te vergeten, zo zijn wij niet.
En ik wilde dat ik kon zeggen dat dit beter is geworden. Echt waar. Ik zou kunnen zeggen dat de regering eindelijk de vrouwen toestond het katoen dat zij geoogst hadden te verkopen en niet alleen hun mannelijke familieleden. Maar na vele jaren waarin de mannen de opbrengst van de oogst ontvingen en alles opdronken om terug naar huis te komen met niets dan lege broekzakken en seksueel overdraagbare ziektes, waardoor ze hun vrouwen in cyclussen van armoede en wanhoop storten, met als enige uitweg katoenpesticiden drinken en zelfmoord plegen, zijn de vrouwen niet meer zo gretig de opbrengsten op te strijken. Dit zou ook kunnen komen doordat hun echtgenoten hen nog steeds bedreigen, want wettelijk behoort het meeste land de mannen toe.
Het wordt tijd dat we naar de vrouwen gaan luisteren. Natuurlijk krijg je op school een schat aan informatie, maar niets is zo goed als de kennis die vrouwen al generaties lang doorgeven, niets is zo goed als de geleefde ervaring die zij hebben. We moeten ophouden met deze kennis af te doen door te zeggen dat het niet wetenschappelijk is. Omdat we keer op keer hebben gezien wat er gebeurt als we niet naar de vrouwen luisteren en alleen maar zeggen dat 'ze gewoon emotioneel zijn'.
We moeten, o zo nodig, begrijpen dat de klimaatverandering ons allemaal anders raakt.
Voor jou, zouden het gewoon warmere dagen kunnen zijn en een beetje zonnebrand.
Voor ons, de vrouwen op de boerderijen, betekent het op je knieën bidden dat de hemel openbreekt en ons tenminste één dag regen geeft, zodat onze planten niet verdorren om vervolgens ontzet toe te kijken als de hemel inderdaad openbreekt, maar dan vol woede, omdat ergens, misschien in de beschadigde ozonlaag, onze gebeden verwisseld zijn en de hemel ons orkanen gaf die onze oogst wegveegden.
We moeten kijken naar de snijpunten van op gender gebaseerd onrecht omdat wanneer je denkt aan geweld tegen vrouwen, je alleen onze stukgeslagen gezichten ziet en niet het geweld van armoede, het geweld van vrouwonvriendelijke wetten, waar vrouwen werken op het land dat niet hun eigendom is en waar ze bijna niets krijgen van de opbrengst van de oogst.
We zien zelfs vandaag nog de gevolgen van de droogte uit 1992 die Noord-Afrika teisterde.
We worden niet op dezelfde manier geraakt, maar je moet er net zoveel om geven als wij doen.
Want als de boeren geen land hebben om te bewerken, geen gewassen om te laten groeien, geen fruit om te oogsten, wat zal de rest van de wereld dan eten?
Wat zul jij eten?